fotografie Wim van Velzen - artikelen



ook een back - deel een

nieuwe wegen in mijn landschapsfotografie


Grebbenberg

eerst

Tot voor kort bestond de techniek van mijn landschapsfotografie uit het maken van middenformaat dia's. Het eindelijke 'kunstobject' was dan het geprojecteerde dia. Afdrukken en zeker de scans voor op het web waren niets anders dan pogingen om het originele dia zoveel mogelijk te benaderen.
Dat betekende dat ik het beeld niet verder aansneed (op een enkele panoramische uitzondering na), de kleurverzadiging niet opvoerde en digitaal alleen die aanpassingen deed, die nodig waren om het beeld op scherm goed over te laten komen.

Voor het werken met dia´s had ik een paar redenen. Ten eerste een technische: Werken met dia's geeft een uitstekende beeldkwaliteit. Bovendien werkt het disciplinerend, omdat het dia meteen het eindresultaat is.
De andere reden is meer principieel. Ik wil graag met mijn foto's het landschap zoals het is in beeld brengen. Allerlei digitale bewerkingen verstoren dat ideaal.

Voor de duidelijkheid: ik heb het hier nadrukkelijk over hoe ik tegen mijn eigen werk aankeek.
En uiteraard begrijp ik ook dat fotografie nooit de objectieve afbeelding van de werkelijkheid is. Maar je kunt het wel als ideaal gebruiken.


het afgelopen jaar

Het afgelopen jaar ben ik meer en meer gaan spelen met ingescande bestanden, bijvoorbeeld door wat te werken met softfocus, omzetting naar zwart-wit etc. Enerzijds wil ik de mogelijkheden van Photoshop leren kennen, anderzijds wil ik het esthetisch potentieel van mijn landschapsbeelden verder verkennen.

Friesland, Rijsberkampen

Overigens heb ik deze eerste probeersels nooit op mijn site gezet. De beelden van zomer 2006 zijn onbewerkt, afgezien van wat stitching voor panorama's.

Daarnaast groeit bij mij de overtuiging dat fotografie hoe dan ook 'verbeelding' is. Compositie, opnamemateriaal, scherptediepte, belichting, alles is de visie van de fotograaf.
En zelfs al zou je als fotograaf werken vanuit een zo strikt mogelijk objectivisme (niets aansnijden, originele kleuren, niets weghalen etc), dan nog zou de kijker daar nooit zeker van kunnen zijn.


Na de Schotlandreis van 2006 ben ik vooral aan de slag gegaan met wat zwart-witbewerkingen. Waarbij ik me realiseer dat ik de zeggingskracht van zwart-wit nog lang niet helemaal verkend heb.

Daarnaast heb ik me vooral beziggehouden met het stitchen van panorama's, waarbij ik een serie overlappende foto's ingescand heb en vervolgens die scans heb samengevoegd. Erg leuk, maar ook wel erg frustrerend omdat de scans allemaal identitiek van kleurstelling en dekking moeten zijn. Hopelijk en waarschijnlijk gaat dat vanaf nu met de digitale bestanden, die op dezelfde manier vanuit RAW ontwikkeld zijn, een stuk makkelijker.

Digitale RAW bestanden??
Heeft Van Velzen zich dan eindelijk tot de moderniteit bekeerd? // Is Van Velzen dan ook al de echte fotografie ontrouw geworden?
[ Vraag doorstrepen die niet spoort met uw referentiekader. ]

Ja, ook voor landschap ben ik overgegaan tot de digitale beeldoptekening. Al een jaartje werk ik voor diverse opdrachten met een dSLR (de Pentax *ist DS om precies te zijn), maar sinds oktober 2006 ben ik het groot gaan aanpakken.
Ik heb namelijk een refurbished Ixpress 132c van Hasselblad op de kop weten te tikken (tegen het inleveren van veel geld...). Dat geeft prachtige bestanden in het ruime formaat van 4080x5440 pixels, oftewel 22MP. En bovenal geeft het me de kans om mijn teerbeminde Rollei apparatuur ook het digitale tijdperk te gebruiken.


en de toekomst?

Zal deze verandering van apparatuur en techniek ook een andere benadering van de landschapsfotografie brengen? Hoe wil ik omgaan met alle mogelijkheden van digitale nabewerking?
Vragen die al menige fotoclubavond en talloze internetpagina's in beroering hebben gebracht. Hier even wat persoonlijke overpeinzingen.

Het landschap laten zien zoals het is, blijft wat mij betreft het voornaamste ideaal. Maar ook zonder de komst van de digitale technieken was ik al tot de conclusie gekomen dat je als fotograaf toch vooral het landschap laat zien zoals de fotograaf het ziet. De keuze om de saturatie te verhogen bijvoorbeeld, of het contrast, is slechts gradueel verschillend van de keuze van standpunt, compositie etc.
Maar toch zal ik niet snel grijpen naar allerlei zware manipulaties. Esthetisch heb ik nooit veel gehad met cross-processing, lithografie, sandwichdia's en zo voort. Ik verwacht dan ook niet dat het filtermenu van photoshop mijn nieuwe grote liefde wordt!


Hoe denk ik dan concreet de digitale mogelijkheden in te gaan zetten?
Allereerst zal het de workflow eenvoudiger en consistenter maken. Geen gedoe meer met diaraampjes en het stofvrij proberen te krijgen van de dia's. Geen scans meer maken voor de website, met alle problemen van dien, zoals verschillen in kleur en dekking en bovenal het verdoen van grote hoeveelheden tijd.
Vervolgens hoop ik beter te kunnen stitchen, zodat ik betere panorama's kan maken en een nieuwe wereld zich opent.
Bovendien staan me nu allerlei zaken ter beschikking, die je met dia's niet hebt. Denk aan doordrukken, tegenhouden, spelen met contrast en verzadiging. Kortom, zaken die je oneindig veel preciezer digitaal kunt doen dan met alleen de keus van een filmtype.

Een spannende vraag is natuurlijk of je ook beeldelementen digitaal gaat verwijderen of toevoegen. Hoe blijf je integer tegenover je onderwerp? Of gaat het alleen om jouw visie als kunstenaar?
Ik kan hier alleen voor mijzelf antwoorden, en dan nog in voorlopigheid.

Ook met dia's beeld je als fotograaf nooit zomaar de werkelijkheid af. Door nauwkeurig je standpunt te bepalen en een brandpuntsafstand te kiezen, kun je bijvoorbeeld precies die mooie oude boerderij in beeld brengen, waarbij je de schotelantenne achter een boom hebt weggewerkt, en je die elektriciteitsmast rechts net buiten je kader houdt.
Is er dan een principieel verschil met het digitaal verwijderen van zo'n schotelantenne? Verschil in vakmanschap misschien? Ik geloof van niet. Afgezien nog van het feit dat goed kunnen werken met photoshop ook een ambacht is, heb je als diafotograaf misschien wel een compromis moeten sluiten doordat je met het uit beeld werken van de schotelantenne, nu ook net dat fraaie hekje niet meer helemaal in beeld krijgt.

Sommige fotografen trekken de grens daar waar je zaken verwijderd die er permanent zijn, zeg maar de onroerende goederen. Dus de oranje jas van een wandelaar wegpoetsen is geen probleem, maar die elektriciteitsmast staat er nu eenmaal. Oftewel, wat er op een willekeurig ander moment niet geweest was, mag je weghalen, en wat er altijd staat moet je laten staan.
Voor een documentaire benadering lijkt dat een heldere regel, maar wat doe je dan met wolkenluchten? Met het licht? Deze regel gaat namelijk voorbij aan het feit dat een landschapsfoto per definitie een landschap afbeeldt op een gegeven moment.

Een andere grens ligt bij het gebruiksdoel van de foto. Forensisch gebruik van een foto stelt andere regels, dan ambtelijk gebruik voor bijv. de Provinciale Staten van Utrecht, of voor het toeristisch in de markt zetten van een bepaald gebied. En wanneer je je materiaal als fine art verkoopt, dan zijn er eigenlijk helemaal geen regels meer.

Tot slot nog deze overweging. Hoe meer je gaat veranderen, hoe ongeloofwaardiger meestal het eindproduct. Goed vakmanschap betekent dus vooral heel zorgvuldig werken tijdens het maken van de opname en je inhouden bij de nabewerking!


En wat denk ik te gaan verliezen bij al deze nieuwe technische mogelijkheden? Of is het alleen maar een jubelverhaal?
Ik zal het projecteren van dia's missen. Juist door de omslachtigheid van het opstellen van scherm en projectoren, creëer je een speciaal moment waarbij de aandacht alleen nog maar op de vertoonde beelden ligt. Bovendien is het bekijken van een foto op een computer niet zomaar te vergelijken met een foto op een formaat van meer dan anderhalve meter in het vierkant.
Nu zijn er wel high-end beamers die ook een mooi beeld geven, maar die vallen voorlopig niet binnen mijn financiële mogelijkheden. En bladeren door een stapel prints is voor mij toch minder bevredigend dan een goede diapresentatie.
Het tweede dat ik zal verliezen, is het vierkante beeld. De 22MP sensor is langwerpig (alhoewel gelukkig niet zo lang als het 2:3 kleinbeeldformaat dat me eigenlijk nooit echt bevalt). Je kunt wel terugsnijden naar vierkant, maar dan verlies je meteen ook nogal wat groothoek. Bovendien heb ik de neiging om sterk met behulp van de zoeker de compositie te bepalen.

Reden genoeg om dan af en toe nog maar film te pakken? Wat mij betreft niet. Het werken met twee workflows is me het afgelopen jaar niet echt bevallen. Als ik met film bezig was, wilde ik de flexibiliteit van digitaal. Als ik met de dSLR werkte, wilde ik de kwaliteit van middenformaat.
Mijn nieuwe apparatuur maakt de combinatie mogelijk, en dan neem ik de resterende nadelen maar voor lief.

 

In het tweede deel van dit artikel beschrijf ik mijn ervaringen met de nieuwe apparatuur tijdens een week winter in Schotland èn de nabewerking van de geschoten beelden.
Ik wijd daarin ook uit over het werken met een ander formaat (3:4) dan vierkant. Bovendien brengt de wetenschap dat je beelden nog digitaal gaat verwerken, ook een andere manier van opnames maken met zich mee. Allemaal zaken om eens op een rij te zetten.

deel twee: mijn eerste ervaringen met een compleet digitale workflow


 






Dit artikel is geschreven door Wim van Velzen, © 2007.
Op- en aanmerkingen zijn welkom!

Het is mogelijk vergrotingen van deze foto's te bestellen of ze editoraal of commercieel te gebruiken.