fotografie Wim van Velzen - artikelen



ook een back - deel 2

nieuwe wegen in mijn landschapsfotografie - de eerste ervaringen


Rannoch Moor: Buachaille Etive Mor

In het eerste deel van dit artikel heb ik besproken hoe ik steeds meer gebruik ben gaan maken van de mogelijkheden, die de digitale bewerking ook voor mijn landschapswerk biedt. Daarbij heb ik ook aandacht besteed aan wat achterliggende principiëe vragen.
In dit deel zet ik mijn eerste ervaringen met de digitale achterwand op een rij. Die ervaring heb ik opgedaan in een week Schotland in de winter.


een week Schotland

Dit artikel heb ik de eerste ervaringen genoemd. De eerste ervaringen namelijk met een compleet digitale workflow bij landschapsfotografie.
Uiteraard had ik de nieuwe apparatuur al uitgeprobeerd in het Nederlandse landschap, voordat ik naar Schotland afreisde. Maar echt ervaring doe je pas op als je opeens honderden beelden in je workflow moet verwerken - niet met een tiental foto's.

In dit artikel ga ik verder niet in op de reis zelf.


Schotland in de winter is overigens wel een ideale testomgeving voor deze apparatuur. Niet alleen omdat Schotland ook dan een mooi land is, maar omdat ik mijn nieuwe apparatuur daar goed aan de tand kan voelen.
Allereerst natuurlijk of de camera het blijft doen, ook als het wat kouder is. Helaas vroor het niet echt. Maar ik weet nu in ieder geval dat het een buitje kan doorstaan...
Daarnaast zijn de kleuren in de winter nogal subtiel. Allerlei tinten bruin, rood, oker, schakeringen groenbruin. Blijft dat ook bij deze digitale achterwand 'heel'? Tot slot schijnt af en toe heel fel de zon, waar andere delen van het beeld onder donkere wolken liggen. Werkt hier een digitale achterwand echt beter dan een 'gewone' dSLR?

Voordat ik verder ga, nog even dit: ik ben absoluut geen test-schrijver. Ik heb deze camera niet met een andere vergeleken, kijk niet naar technische specificatie en doe niet aan pixelpeeping. Alleen maar wat persoonlijke ervaringen - en dat is misschien nog wel zo aardig om te lezen.



werken in het veld

Ik heb probleemloos met de apparatuur gewerkt. Alles deed het zoals het hoorde. De bediening is overzichtelijk en niet moeilijker dan werken met film.
Voor het eerste shot even de kabels in imagebank en camera stoppen, imagebank aan en fotograferen maar. En nooit film wisselen, dat is toch wel heel prettig. Bovendien nooit het idee hebben dat je geld verspilt met nog een opname.
De imagebank hang ik aan het statief, zodat ik er geen last van heb. Bij de enkele gelegenheid dat ik de camera in de hand hield, hing het over mijn schouder. Voor reportage werk zou een CF-kaart optie (zoals bij de nieuwere achterwanden) handig zijn, maar voor landschap is de imagebank, waarop meer dan 800 beelden weggeschreven kunnen worden, geweldig.

Glen Luss Het histogram nam al snel de functie van de lichtmeter over. Eerste maakte ik een inschatting van de belichting (eventueel na een meting met de camera), daarna een opname en dan kijken naar het histogram. Indien nodig nog even de belichting aanpassen.
Op zich gaat lichtmeten bij film natuurlijk net zo snel, maar hier heb je meer zekerheid over de goede belichting.

Bijna alle opnames heb ik met 50ISO gemaakt, een paar keer 200 wanneer ik bij minder licht per se uit de hand moest werken. Wanneer de camera aangaf dat ik overbelicht had, belichte ik wat minder ruim - meestal kwam ik op waardes die ik met 100ISO film ook had.
De achterwand heeft een duidelijk groter dynamisch bereik dan dia, en dus heb ik geen grey-grad filters gebruikt. Ik vertrouwde er na een tijdje op dat bij de raw-conversie het wel weer recht te trekken was. Bij verdere verwerking thuis, bleek dat niet altijd op te gaan. Wanneer de zon zelf in beeld kwam, waren de contrasten toch te groot en had ik beter met exposure blending kunnen werken (het mengen van twee belichtingen, of twee raw-conversies: een voor de lichten en een voor de schaduwen).


Een ander belangrijk verschil zit 'm in de sensorgrootte en de grootte van het filmvenster: 37x48mm versus 55x55mm. In de zoeker zit een masker voor de sensorgrootte. Buiten het masker is wat donkerder, maar nog goed zichtbaar.
De eerste tijd had ik nog wat moeite om de compositie echt te laten bepalen door wat binnen het masker zit. Maar uiteindelijk wende dat snel. Bovendien is het soms handig om snel te kunnen zien wat zich net naast je beeld bevindt.

Belangrijker gevolgd van dit grootteverschil is uiteraard dat je niet de volledige beeldhoek van de objectieven gebruikt - met andere woorden, de groothoeken zijn wat minder groothoekig en de telelenzen zijn wat meer tele.
Meestal was dit geen probleem. Ik gebruikte wat vaker de 40mm dan in de filmtijd en heb wat vaker panorama's gemaakt. Maar een enkele keer was het toch wel jammer als je buiten het zoekermasker nog beeldelementen ziet, die je niet kunt gebruiken.


werkritme tijdens de reis

Digitaal fotograferen heeft nogal wat invloed op de reis zelf, althans, wanneer je zoals ik een laptop meeneemt. In plaats van af te moeten wachten wat het allemaal geworden is, kun je vrijwel meteen bekijken of het is wat je wilde.
Dat lijkt vooral prachtig, maar het kan wel een soort rusteloosheid opleveren. Ook 's avonds tijdens het donker was ik nog uren met de foto's bezig. Enerzijds was het goed om meteen weer te leren en een eerste selectie te maken, maar anderzijds is er misschien gewoon wel wat tijd nodig om even afstand te kunnen nemen van je foto's en ze dan pas te beoordelen. Dat ben je meteen wat strenger voor jezelf.
Waarschijnlijk laat het gezin me niet veel tijd om achter de laptop te zitten, dus bij de volgende reizen zal het allemaal niet zo'n probleem zijn... Het zal dan bij eenvoudig downloaden blijven met evt een check op stof.

Verder heb ik ontdekt dat ik het beste meteen de opnames kan deleten die duidelijk wegkunnen, zoals belichtingsproefjes. Het bespaart tijd achteraf en het voorkomt dat je later iets weggooit terwijl het bewust gemaakt was voor bijv. exposureblending.
Risico is natuurlijk dat je eventueel wat waardevols weggooit, maar met de Imacon achterwand vergt dat net even te veel stappen om het per ongeluk te doen.

Ook een ontdekking: stof op de sensor speelt bij landschapsopnames veel sterker dan bij portretten, omdat je verder diafragmeert. Vaker even schoonmaken (bij digitale achterwanden natuurlijk makkelijker te doen dan bij dSLRs) had me veel tijd achteraf bespaart.


verdere verwerking

Tijdens de reis zelf had ik dus al een eerste selectie gemaakt. Eenmaal thuisgekomen ben ik verder terug gaan snoeien tot een kleine 500 fff-bestanden. Die heb ik in de Imacon Flexcolor software op dag genummerd, 20070217-001 etc.
Vervolgens ben ik kanshebbers voor de website gaan selecteren en kwam net boven de 200 files, die ik omgezet heb in tiff bestanden. Met 127MB per stuk een aardige aanslag op de digitale archiefruimte...
Uiteindelijk hebben 170 beelden daadwerkelijk de site bereikt.

Overigens zijn dit aantallen die ik met film nooit gemaakt zou hebben. Van een reis van dik twee weken raamde ik meestal ergens tussen de 200 en 300 dia's in, tegen nu dus een dergelijk aantal voor één week.
Overigens bestrijd ik daarbij het vooroordeel dat je met digitaal gewoon maar raak zou schieten 'omdat er altijd wel wat bij zit'. Geen serieuze fotograaf die zo werkt - en hij zou ook dan geen goede resultaten behalen.

Kleurtemperatuur en belichting heb ik overigens in Flexcolor nauwkeurig ingesteld, met een kleine verhoging van de saturatie. Vervolgens heb ik de bestanden laten converteren naar tiff. Bij de tiff bestanden heb ik aan de hand van de curves (photoshop CS3) het beeld verder op smaak gebracht - vooral wat meer contrast.
De bestanden vind ik erg mooi - je kunt behoorlijk aan de diverse curven trekken, terwijl het beeld ook technisch overeind blijft. Bij mijn dSLR merk je dan vrij snel dat schaduwen of hoge lichten het opgeven.

De volledig bewerkte tiffs gooi ik vervolgens door een photoshop actie, die ze verscherpt en laat opslaan voor web in de formaten 1360x1020 (origineel 5440x4080), 680x510 en 170x128. Op die manier heb ik snel de beelden voor de site tot mijn beschikking. Alleen bij panorama's moest ik per keer de formaten instellen.

Die panorama's heb ik overigens door photoshop CS3 laten maken (automate -> photomerge) aan de hand van de grote tiffs. Uitstekend resultaat, veel beter dan in CS2 en ook mooier dan met PTgui, een programma dat speciaal voor stitching is ontworpen.


anders fotograferen?

Jarenlang heb ik, juist ook met landschap, in het wat ongebruikelijke vierkante formaat gewerkt. Op een bepaalde manier is dat zelfs mijn persoonlijk beeldmerk geworden. Toen ik op een Nederlands fotoforum meldde, dat ik met deze achterwand ging werken, sprak een forumlid zelfs van 'verraad aan het vierkant'.
Nu is me dat wat te pathetisch gesteld, maar het leek mezelf ook wel een hele overgang om rechthoekig te gaan werken. Ik ging er dan ook vanuit dat ik nog vaak de rechthoek terug zou snijden tot een vierkant.

In de praktijk blijk ik echter meteen om te schakelen naar het formaat van de camera. Een enkele maal stelde ik bij de opname al wel vast dat er nog bijgesneden zou worden, maar dan eerder tot 1:2 dan tot 1:1.
Het is wel wennen dat ik nu moet kiezen tussen staand of liggend. Nogal wiedes, maar voor mij als vierkantwerker nog onbekend terrein (O.K., dit klinkt ook pathetisch!). Uiteindelijk koos ik zelden voor staande opnames, behalve wanneer het onderwerp zelf duidelijk verticaal is, zoals een waterval. En ik moet zeggen, bij een slideshow is de wisseling van liggend naar staand niet echt fraai.

Zijn mijn composities nu anders geworden dan in de vierkanttijd? Bladerend door de foto's zie ik dat niet echt, maar misschien ontwikkelen zich vanzelf nieuwe dingen.
Ik ben wel duidelijk meer in panorama gaan denken. Dat vraagt echt om anders kijken en anders plaatsen van de punten waar je de kijker heen wilt trekken. Een mooie nieuwe wereld!



kortom

Na deze week in Schotland en de verwerking thuis kan ik maar tot één conclusie komen: het is heel erg prettig werken met deze camera en achterwand. Het vraagt enige tijd om de workflow op orde te krijgen, maar uiteindelijk is het veel flexibeler dan dia, terwijl de hoge kwaliteit van het middenformaat dia meer dan geëvenaard wordt.
Vanwege de onmiddellijke feedback en omdat je kostenloos extra opnames kunt maken, word je uitgedaagd om je fotografie te vernieuwen. Bovendien is het maken van panorama's een stuk eenvoudiger dan via de scanroute.

Commericieel betekent het voor mij dat ik sneller kan bewerken en eventuele klanten mijn werk toe kan sturen. Er zijn geen kwetsbare originelen meer, scannen niet meer nodig.
Voorwaarde is dan natuurlijk wel dat mijn back-up systeem op orde blijft.

Het enige dat dia duidelijk voor heeft op digitaal, is de projectie. Op zich zijn er met allerlei programma's wel leuke slideshows te maken, compleet met geluid en overvloeieffecten, maar kwalitatief en in de beleving van de foto's haalt een beeldscherm of gewone beamer het niet bij een geprojecteerd 6x6 dia.
Maar goed, er zijn inmiddels prachtige beamers, die alleen nog maar goedkoeper hoeven te worden... En afdrukken maken van mijn landschapswerk is nog nooit zo eenvoudig geweest. En mooi!

 

Rannoch Moor and Glen Etive Glen Coe Lochaber Loch Lomond
Rannoch Moor & Glen Etive Glen Coe Lochaber Loch Lomond

Appin Lismore Moidart and Sunart Grampians
Argyll: Appin Argyll: isle of Lismore Moidart and Sunart the Grampians

 






Dit artikel is geschreven door Wim van Velzen, © 2007.
Op- en aanmerkingen zijn welkom!

Het is mogelijk vergrotingen van deze foto's te bestellen of ze editoraal of commercieel te gebruiken.