fotografie Wim van Velzen - artikelen





'You must have a good marriage...'

verslag van een reis naar de Hebrides

deel 4: An t-Eilean Sgitheanach agus Loch Ailse


deel 1: wie er gingen en waarheen
deel 2: Leòdhas
deel 3: Na Hearadh

 

verschillend

Ons wordt nog wel eens gevraagd of we het niet eens zat worden om steeds maar weer naar Schotland te gaan. Uiteraard is het antwoord nee (anders deden we het niet) en wel om de volgende redenen.
Allereerst is het terugkeren naar een plaats waar je al eens geweest bent, zoiets als het ontmoeten van een oude vriend - als de betreffende plaats je aanstaat natuurlijk! Hoe vaker we bijvoorbeeld Rannoch Moor bezoeken, hoe beter we het landschap leren kennen. En met zulk wisselend weer en met zulke verschillende seizoenen verveelt het ons nooit om er terug te keren. [ Dat blijkt ook wel uit het feit dat we an t-Eilean Sgitheanach ook al in 1996 en in 1999 bezochten. ]
In de tweede plaats worden we de Schotse hooglanden en eilanden niet zat, omdat ze zo'n rijk palet aan verschillende landschapen hebben. Rannoch Moor is een andere plaats dan Glen Etive daar vlakbij, dat weer anders is dan Glen Coe een eindje verder op. Etc. etc.
Deze verschillen zijn wellicht niet al te duidelijk voor degene die er voor het eerst komt, maar na een tijd is het net zo merkbaar als de verschillende smaken whisky.

Zodra we an t-Eilean Sgitheanach (Skye) oprijden, valt het ons op hoe anders het is dan Na Hearadh en Leòdhas, zelfs al hebben ze het grootste deel van hun flora, fauna, geschiedenis en cultuur gemeen. Zo zijn er hier bomen - vergeleken met het vasteland niet eens veel, maar ze zorgen voor een andere atmosfeer.
De huizen op Sgitheanach zijn meer van het witgeverfde-gezellige-hoogland-cottage type dan de huizen op de Eileanan an Iar (Outer Hebrides).
Het noordelijke deel van Sgitheanach is rijk aan getuigen van zijn vulkanische geschiedenis, in het bijzonder Tròndairnis (Trotternish). Hoge kliffen, kilt rock en een hoop andere wonderbaarlijke fenomenen. Hier geen zandstranden, en ook geen machair.

Mijn vrouw voelt zich hier meer thuis. Wat haar betreft hebben Leòdhas en Na Hearadh prachtige en indrukwekkende landschappen, maar Sgitheanach is lieflijker.
Ikzelf vind beide plaatsen even mooi, en mooier dan het meeste van het Schotse vasteland.

Overigens, wat er ook verschilt, het weer is akelig gelijk, met veel dichtgetrokken luchten, regen en doffe kleuren. Desondanks redden een aantal opklaringen in de Cuithreaing (the Quirang) en de prachtig zonnige dag in Ealagol de week.


een vervelende geschiedenis

Er zijn momenten waarop we herinnerd worden aan onze menselijke kwetsbaarheid. Op Na Hearadh werd dit pijnlijk duidelijk door mijn eigen domheid. Ik liet mijn 40mm groothoeklens uit mijn rugzak op de weg vallen. Dit was teveel voor de mechaniek van de lens, ook al leek hij het in eerste instantie nog gewoon te doen. Maar na een paar dagen kwamen de diafragmalamellen helemaal los te zitten.
Rechts kan de lezer de laatste foto zien die ik met deze lens gemaakt heb, dus voordat het helemaal stopte met werken. Zoals je kunt zien aan de vreemde onscherpte waren de optische elementen ook wat uit model...
Nochtans heeft deze foto een geheel eigen schoonheid, die ik zeer waardeer. Desalniettemin heb ik 'm laten repareren, omdat ik er vanuit ben gegaan dat dit speciale optische effect niet vaak succesvol kan worden toegepast. Denk maar eens aan de bruidsreportages die het op zou leveren...

Het lot beschikte dat dit niet voldoende was, bij lange na niet. Ik zou nog veel directer beproefd worden.
Het is nu op een bewolkte dag in Lusta dat ik een foto aan het maken ben van dit rietgedekte huis. Zodra ik de camera van mijn oog neem, voel ik me als dronken. Deels zie ik scherp, deels niet. Het duurt een aantal tellen voordat ik begrijp wat er gebeurd is - het rechterglas van mijn bril is gevallen!
Het gras ter plaatse is kniehoog. Drie kwartier later besluiten mijn vrouw en ik het feit te accepteren dat we het niet kunnen vinden. Gelukkig weten we dat er een opticien is in Port-Righ, niet al te ver van hier.

Daar vindt een interessante conversatie plaats. Zodra ik de winkel binnenkom, zeg ik: 'Ik heb een probleem'. 'Ik houd niet van problemen' meldt de dame in de winkel met een glimlach. 'In dat geval heb ik geen probleem - er is alleen maar een glas uit mijn bril gevallen'. 'Heeft u het betreffende glas, dan zet ik het er terug in een zet de schroef goed vast'. 'Nee, dat heb ik niet - ik kon het glas niet terugvinden'. 'Dan, heb u een probleem, meneer!'.
Het blijkt dat er eenmaal per week iemand langskomt om oogmetingen te doen, waarna de glazen in Glasgow besteld en in het montuur geplaatst worden. De dichtstbijzijnde zelfstandige opticien is in Inverness, een kleine 130 miles verderop. En zelfs al zou ik daar heen gaan, dan duurt het nog een aantal dagen voordat het nieuwe glas er zou zijn - zo tegen de tijd dat we Schotland weer zouden verlaten.

Het vervelendste van dit hele verhaal is nog wel dat het allemaal plaats vond terwille van een foto van niks. Was het nu gebeurd op die prachtige morgen op de Cuithreaing, dan zou het veel beter hebben gevoeld, misschien zelfs wel heroïsch...


In een tea-room (altijd een plaats om troost te vinden in zware tijden) houden we krijgsraad. Wat te doen? Naar Inverness, op de camping blijven?
Nu heb ik niet onmiddellijk een geleidehond nodig, wanneer ik mijn bril afzet, maar autorijden is lastig en vooral vermoeiend. Foto's maken is al bijna helemaal onmogelijk, omdat ik niet kan scherpstellen en ook niet precies kan zien wat in beeld zal komen.
Mijn vrouw is niet bepaald dol op het besturen van de auto in het Verenigd Koninkrijk, aangezien men daar aan de verkeerde zijde van de weg pleegt te rijden. Wat dus te doen?

Dan pakt mijn vrouw haar eigen bril en laat me die opzetten. Kijk, dat scheelt (vrij letterlijk zelfs). Opeens kan ik het menu aan de muur lezen. Haar glazen zijn alleen wel wat te sterk, en ze heeft de bril natuurlijk zelf ook nodig.
De oplossing ligt in het gebruik van haar zonnebril. Dus, wanneer je een grote vent met een te kleine zonnebril bent tegengekomen op een grijze dag - dan zou ik het wel eens geweest kunnen zijn...

Rondkijken voor mogelijke foto's en ze vervolgens daadwerkelijk maken is een avontuur op zich. Alles lijkt te bruin en een tikje donker. Zodra ik de bril afzet, wordt alles blauw en onscherp. Bovendien heeft mijn vrouw andere cilinders dan ik, zodat het lijkt alsof de grond maar een meter lager is dan mijn ogen. Ik word dan ook wat zeeziek.


Deze foto's geven aan hoe de Cuithreaing er uit ziet:

 

Eilean a' Cheo

Het eiland heeft een aantal namen, waarvan an t-Eilean Sgitheanach (en het afgeleide Engelse Skye) het meest bekend is. Het laat zich vertalen als 'het eiland van de vleugels'. Zeer toepasselijk, gegeven het grote aantal schiereilanden. En als je het mij vraagt, dan zou ik zeggen 'vleugels van een adelaar' - het landschap is werkelijk groots en majesteitelijk.
Een andere naam is Eilean a'Cheo - eiland van de mist. Ook zeer van toepassing, alhoewel een Staffaineach met wie ik sprak zei dat hij al een tijd lang geen echte mist gezien had. Maar de lage bewolking die het grootste deel van het binnenland bestrijkt, komt toch aardig in de buurt.
Ondanks dat lukt het ons er het beste van te maken, waarmee maar opnieuw het bewijs geleverd is dat we een goed huwelijk hebben!

Het eiland heeft zo ongeveer dezelfde geschiedenis met de Eileanan an Iar. Daarom wijd ik er hier niet over uit.
De laatste jaren is echter Skye opstoten in de vaart der volkeren. In 1995 werd de drukke Caol Loch Ailse ferry (Kyle of Lochalsh) vervangen door een grote brug.
Ongetwijfeld heeft dit grote voordelen voor de bewoners van het eiland. Goederen zijn nu beschikbaar tegen vastelandprijzen (brandstof bijvoorbeeld is nogal wat duurder op de eilanden) en meer toeristen bezoeken het eiland.

Glenelg ferry Nadelen zijn er ook. Er komen nu meer mensen van het vasteland om hier een (tweede) huis te kopen, waardoor de huizenprijzen uitstijgen boven het niveau dat jonge mensen zich kunnen veroorloven.
Minder belangrijk, maar toch: het doet ook afbreuk aan de romantiek van het eiland-zijn. Maar niet alles is verloren! Voor de hopeloos romantische zielen als ik zijn er nog twee veren naar an t-Eilean: Mallaig - Armadail en die van Gleann Elg.

Omdat we naar Loch Ailse willen, besluiten we die laatste te nemen. Het is de kleinste en zeker de meest avontuurlijke. De overtocht zelf is maar een klein stukje, minder dan een halve mijl, maar het getij is sterk. Het is dan ook een mooi gezicht om het veer recht tegen de stroom in te zien gaan om meteen daarna met de stroom meegevoerd te worden en er een halve mijl stroomafwaarts weer uit te ontsnappen.
De sfeer wordt nog verhoogd door het geluid van de vele zeehonden die hier hun thuis hebben. Wees eerlijk, dit is toch veel mooier dan met 80 kilometer per uur over een brug te razen?


Loch Ailse

Loch Ailse, dat overigens helemaal geen loch is, is dat deel van het vasteland dat recht tegenover an t-Eilean Sgitheanach ligt. Het is vooral bekend vanwege het zo tot de verbeelding sprekende Eilean Donan Castle, dat op vele vele kalenders, reisgidsen en ansichtkaarten prijkt.
Dat doet je natuurlijk het ergste vrezen, maar het is eigenlijk best een leuk kasteel, dat zijn karakter weet te behouden ondanks de vele bezoekers. 's Nachts is het kasteel in een meer stadse stemming, met een aantal hip gekleurde floodlights. Dat is voor mij net zo'n anachronisme als wanneer het Millenium Dome verlicht zou worden met fakkels. Maar dat ben ik natuurlijk weer...


Nu we er toch over bezig zijn - een toeristisch bezoek aan een kasteel is natuurlijk sowieso een anachronisme. En wat te denken van een picnic bij Glenelg Broch?
Wanneer je overigens een nieuwe theorie leest over de Glenelg Brochs, dan zou ik wel eens de bron kunnen zijn.
Wat gebeurde er? In de buurt van Glenelg liggen twee brochs vlak bij elkaar - ongeveer twee honderd meter ligt ertussen. Volgens de ene theorie was het belangrijkste motief voor het bouwen van deze torens de bescherming van families tegen invallende rovers. Maar waarom zijn deze brochs dan met zo'n stuk ertussen gebouwd? Zou het niet nog meer bescherming gegeven hebben, als beide torens echt dicht naast elkaar gestaan zouden hebben?
Een andere theorie gaat er vanuit dat deze brochs bewoond werden door de rivaliserende elite. Maar waarom dan zo dicht bij elkaar? Dat zou toch elke dag op provocatie en vechten zijn uitgelopen>
Glenelg broch Dit wordt allemaal uitgelegd door een gids van de National Heritage Trust aan een aantal oudere Amerikaanse dames (die natuurlijk allemaal even aan Teun moeten zitten en om wee smiles vragen). Dan vertel ik dat een derde theorie nog waarschijnlijker is. Deze twee brochs werden gebouwd door twee zwagers, die met een stel zussen waren getrouwd. De hele tijd kregen ze te horen: 'Schat, mijn zus heeft een groter hol voor de hond dan wij - kun je niet een nog grotere voor ons bouwen?'. 'Lieveling, mijn zus heeft twee nieuwe voorraadruimtes - kan jij onze broch niet wat optrekken en er nog drie voorraadkamers bij bouwen?'. En zo voort en zo verder. En daar staan ze nog, om ons te herinneren aan menselijke jaloezie en ijdelheid.
Ik weet natuurlijk niet of dit klopt, maar het zou niet de eerste maal in de geschiedenis zijn dat zulke werken verricht worden op grond van dergelijke overwegingen. Waarom hebben er anders Amerikanen op de maan gestaan?


Gleann Elg ligt ongeveer 15 mijl van doorgaande weg. Nog verder, weer 15 mijl, aan het eind van de single track road ligt Corran. Hier, in een prachtig dal bij Loch Hourn woont een kleine gemeenschap van ongeveer 50 mensen (mijn schatting). Volgens de oude man die ik er sprak, zijn er de laatste jaren wat nieuwkomers bijgekomen, wat voor wat leven in de brouwerij zorgt.
Ik vraag hem hoe hij tegen deze vreemden aankijkt. Overtuigd zegt hij dat ze zeer welkom zijn. All activity is welcome here.

Als ik met hem spreek over het Gaelic (Engels is duidelijk zijn tweede taal) vraag ik me of hoe het is om als zo ongeveer de laatste van je gemeenschap, je eigen moedertaal te hebben. Hij maakt er zich niet druk over, vertelt hij me, maar de melancholie is voelbaar.


En met eenzelfde melancholie verlaten we Corran en een paar dagen later Schotland. Tot de volgende maal - regen of geen regen. Ik zal gewoon mijn camera pakken en gaan. En een reservebril meenemen....


 

deel 1: wie er gingen en waarheen
deel 2: Leòdhas
deel 3: Na Hearadh
deel 4: An t-Eilean Sgitheanach agus Loch Ailse

 




Dit artikel is geschreven door Wim van Velzen, © 2005.
Op- en aanmerkingen zijn welkom!

De meeste van de foto's in dit vierdelige artikel zijn opgenomen in de volgende portfolio's:
The Great Glen
Lewis: Uig peninsula
Lewis: the North and East
Harris: the West
Harris: the North and East
Skye (2005)
Lochalsh